Wijziging in de registratierechten
08/10/2021
Vandaag heeft de Vlaamse regering de hervorming van de registratierechten verder verfijnd. Alle details dienen nog in definitieve teksten te worden gegoten, maar we zetten de voornaamste beslissingen alvast op een rij.
1. Inwerkingtreding nieuwe registratierechten
Registratierechten bij aankoop enige woning (Tarief 6% wordt 3%):
Datum compromis |
Datum notariële akte |
Tarief |
2021 | 2021 | 6% |
2021 | 2022 | 3% |
2022 | 2022 | 3% |
Registratierechten bij aankoop tweede woning (Tarief 10% wordt 12%):
Datum compromis |
Datum notariële akte |
Tarief |
2021 | 2021 | 10% |
2021 | 2022 | 10% |
2022 | 2022 | 12% |
Kopers die al een compromis tekenden voor een enige woning in 2021 en waarvan de akte verlijdt in 2022 zullen toch genieten van de verlaagde registratierechten van 3 of 1% (bij een ingrijpende energetische renovatie), de aktedatum is het ijkpunt.
De kopers die in 2021 investeerden in een andere woning bovenop hun enige woning zullen nog kunnen genieten van de 10% registratierechten ook al verlijdt de akte pas in 2022, de compromisdatum is het ijkpunt.
2. Termijn om je huidige woning te verkopen
Het verlaagd tarief geldt in principe alleen voor de aankoop van de enige woning: dat geldt zowel voor het 3% tarief als voor het 1% tarief bij ingrijpende energetische renovatie als voor het 1% voor onroerend erfgoed dat je gaat bewonen.
Maar, als je reeds een woning bezit, krijg je toch dat verlaagd tarief als je je huidige woning verkoopt binnen 1 jaar: dat geldt in de drie gevallen (gewone aankoop, Ingrijpende Energetische Renovatie en onroerend erfgoed voor bewoning).
Die termijn wordt verlengd naar twee jaar, zodat je iets meer tijd krijgt om je huidige woning te verkopen. Die termijn van twee jaar komt dan zo mooi overeen met de termijn tijdens dewelke je een overbruggingskrediet kan bekomen.
3. Korting bescheiden woningen
Wie een bescheiden woning koopt, genoot tot nog toe altijd een vrijstelling van registratierechten op de eerste schijf van 93.333 euro. Dat wordt behouden. Om van de vrijstelling te genieten mag de woning niet meer gekost hebben dan 220.000 euro. In kernsteden is dat 240.000 euro. Die drempelbedragen worden telkens met 20.000 euro verhoogd.