Op welke afstand van de perceelsgrens plant u de bomen?
04/04/2022
Welke afstand tot de perceelsgrens?
De ‘oude regeling’ uit het Veldwetboek.
Het Veldwetboek voorziet dan dat de boomsoort van belang is voor de afstand tot de perceelgrens. Zgn. hoogstammige bomen moeten in principe op 2 meter van de scheiding tussen uw perceel en dat van uw buur staan. Voor ‘laagstammige’ bomen en levende hagen geldt dan weer dat ze minstens op een halve meter van de scheiding moeten staan (art. 35, lid 1 Veldwetboek) . Om te kijken welke boom hoogstammig is, wordt er gekeken naar de soort boom die u plant en hoe hoog die boomsoort normaal gezien wordt. Een eik moet u bv. op 2 meter planten van de grens.
Boom die dicht staat, moet weg. Staat de boom of de haag te dicht, dan kunt u in principe vragen dat die gerooid wordt. Voor zo’n procedure moet u zich tot de vrederechter richten.
Boom van 30 jaar oud mag blijven. Kan uw buur bewijzen dat de boom of de haag er al 30 jaar of langer staat, dan kunt u de verwijdering niet meer vragen, omdat er sprake is van verjaring.
Anders voor nieuw geplante bomen!
Bomen die u plant sinds 1 september 2021. De spelregels in het nieuw Burgerlijk Wetboek – boek 3 goederen (wet 04.02.2020, BS 17.03.2020) zijn daarover gewijzigd. Voortaan is niet meer de boomsoort, maar enkel de hoogte van belang. Voor bomen die minstens 2 meter hoog zullen zijn, moet u een afstand respecteren van 2 meter. Voor bomen die minder dan 2 meter hoog zijn en voor struiken en hagen geldt een afstand van een halve meter.
Goed om te weten. Voor bomen wordt die afstand gemeten van het midden van de voet van de boom tot aan de perceelsgrens.
Voor oudere bomen geldt de oude regeling. Het nieuwe goederenrecht heeft immers zgn. eerbiedigende werking, wat betekent dat toekomstige gevolgen (groeien van bomen) van oude rechtsfeiten (het aanplanten) onderworpen blijven aan het oude recht. Gaat het dus om al eerder geplante bomen – en dat zijn voorlopig nog de meeste bomen – dan blijft dus de oude regeling uit het Veldwetboek gelden.
Niet zelf rooien. Indien u vindt dat de boom van uw buur te hoog is en te kort tegen uw perceelsgrens staat, mag u die ook in de nieuwe regeling niet zelf gaan rooien. U moet naar de vrederechter stappen. De rechter zal vaak opteren voor de minst ingrijpende maatregel. Het inkorten of snoeien zal vaak verkozen worden boven het rooien.
Uitzondering 1: waardevolle boom. Voor de beoordeling daarvan, kan de rechter rekening houden met de belangen van het leefmilieu en de landschappelijke of erfgoedwaarde van de boom. Als het met andere woorden een bijzonder waardevolle boom is, kan de rechter beslissen om hem toch te laten staan, ook al staat hij te dicht tegen de grens.
Uitzondering 2: lager dan de afsluiting. Indien u een boom heeft van 2,5 meter hoog maar een afsluiting van 3 meter hoog, zal uw buur de boom moeten respecteren. Dat is nieuw.
Uitzondering 3: boom ouder dan 30 jaar. U kunt de snoeiing of rooiing ook niet meer eisen – net als in de oude regeling – indien de boom al meer dan 30 jaar op dezelfde plaats staat.
Bron: tipsenadvies.be